Populaire berichten

maandag 19 september 2011

Gergiev Festival: spetterende Schumann 3

Na het voortreffelijke concert op vrijdag 16 september dat het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Yannick Nézet-Séguin in Bruckner 8 gaven - een van de hoogtepunten van dit festival - was dit zelfde team verantwoordelijk voor het slotconcert van het 16de Gergiev Festival. In de inleiding tot het concert vertelde programmeur Jelle Dierickx dat het programma van dit concert het eerst was samengesteld. Het is inderdaad een passende ode aan de Rijn en aan Rotterdam - als ook een passend slot van het festival.

Vooraf maakte directeur Hans Waege het overlijden op 17 september bekend van dirigent Kurt Sanderling op de eerbiedwaardige leeftijd van 98 jaar. Sanderling dirigeerde decennia het orkest regelmatig tot 2002 en het concert van deze avond werd daarom aan hem opgedragen. Daarna nam Sylvia Tóth, voorzitter van het bestuur van het festival het woord. Zij maakte bekend dat Gergiev heeft bijgetekend voor de jaren 2012-2013. Het 17de Gergiev Festival zal plaatsvinden van 7 tot 16 september 2012.

Het concert was in meerdere opzichten opzienbarend. Ten eerste was De Doelen gelukkig nagenoeg uitverkocht. Ten tweede zijn de stukken van het programma zo bijzonder dat deze niet vaak in de concertzaal te horen zijn - behalve de Derde van Schumann. Dit gold ook voor Nézet-Séguin, want in tegenstelling tot de Bruckner 8 dirigeerde hij in dit concert alles met de partituur open.
Voor de pauze opende het concert met een schitterend transparante uitvoering van Meeresstille und glückliche Fahrt van Mendelssohn. Daarna volgde een imposante uitvoering het stuk Dark Waves van John Luther Adams uit 2007 (voor het eerst uitgevoerd in Nederland?). Het eerste gedeelte eindigde met de Four Sea Interludes (uit Peter Grimes) van Benjamin Britten. Ook in dit stuk werd majestueus en gloedvol gespeeld, met fantantisch koper.
Na de pauze kreeg de Derde "Rheinische" Symfonie van Schumann een spetterende uitvoering. Volkomen terecht volgde na afloop een ovationeel applaus voor orkest en dirigent.

zaterdag 17 september 2011

Gergiev Festival: succesvolle samenwerking in Bruckner 8

Op vrijdag 16 september 2011 begonnen chefdirigent Yannick Nézet-Séguin en het Rotterdams Philharmonisch Orkest het nieuwe seizoen in het Gergiev Festival met de monumentale Achtste Symfonie in C klein van Anton Bruckner.

Net als de avond eerder bij de Vijfde van Mahler zat de zaal helaas weer niet vol. Jammer voor de thuisblijvers, het was een memorabel concert. Het supertalent Nézet-Séguin heeft het werk vaak uitgevoerd en dirigeerde - zoals gebruikelijk - uit het hoofd. Voor de gelegenheid was het orkest herschikt: de contrabassen achteraan (net als de Wiener Philharmoniker in de Musikverein), drie harpen links, celli links voor. De hoorns waren tegenover de trombones rechts geplaatst. Naast de trombones de pauken.

Na een luchtig stuk voor accordeon solo dirigeerde Nézet-Séguin het eerste deel (Allegro moderato). De uitvoering had een zorgvuldige opbouw. Na het beroemde tweede deel (Scherzo) volgde het Adagio van het derde deel. Inmiddels kon men in de zaal een speld horen vallen ten gevolge van de grote intensiteit bij het publiek. Het Rotterdams Philharmonisch speelde hier op de toppen van haar kunnen: schitterende spanningsbogen eindigden in een enorme climax. Na de laatste maat van het vierde deel (Finale) liet Nézet-Séguin het slotakkoord mooi uitklinken - totdat iemand in het publiek luid "Bravo!" moest roepen. Een ovationeel applaus barstte los.

Het wordt steeds duidelijker hoe succesvol de samenwerking is tussen chefdirigent en orkest is geworden. Het orkest is zichtbaar in haar nopjes met haar chef en ook het Rotterdamse publiek realiseert zich hoe gelukkig deze combinatie is. Na het Gergiev Festival wordt dit programma hernomen in Duitsland, maar gelukkig kunnen Rotterdammers aanstaande zondag nog genieten van deze wereldcombinatie in de Derde Symfonie van Schumann. En nu maar hopen dat dat concert wel uitverkocht is. Ga dat concert zien, Rotterdam!


vrijdag 16 september 2011

Gergiev Festival: Gloedvolle Mahler 5 onder Mehta

Gisteren klonk tijdens het Gergiev Festival de beroemde Vijfde Symfonie van Gustav Mahler. Het Israel Philharmonic Orchestra trad op en dat was te zien aan de beveiliging. Overal in en rond De Doelen liepen mannen in blauwe pakken en oortjes. Het stevig vergrijzende orkest trad eenmalig op in Rotterdam met haar vaste dirigent Zubin Mehta. In Rotterdam dirigeerde Mehta in januari 2009 nog een puik all Stravinsky concert. Nu dus de Vijfde van Mahler in Mahlerland Nederland. In het voorprogramma - voor de pauze - leuke muziek uit dezelfde tijd als de symfonie: Passacaglia (op. 1) uit 1908 van Anton Webern en het kleurrijke Iberica (1908) van de Fransman Claude Debussy.
In het orkest valt een aantal zaken op: Mehta plaatst de contrabassen en celli op links. Op rechts staan de harpen, koper- en houtblazers. Zou het Israel Philharmonic altijd zo spelen of speciaal voor dit programma? Eerder gezien in Engeland bij het London Symphony Orchestra en ook bij dit orkest: nadat het orkest zit, komt de concertmeester op en neemt applaus in ontvangst. Eerder kreeg het hele orkest trouwens applaus van het welwillende Rotterdamse publiek.
De Doelen is een grote zaal, maar jammer genoeg was de zaal lang niet vol. Is dit een voorbode van de crisis in Nederland? Dit programma verdient tocht een uitverkochte zaal, zou je zeggen.
Voor de pauze hadden het orkest en het publiek last van de droge akoestiek van De Doelen. De klank van het orkest klonk droog en het publiek kreeg hoorbaar kriebels in de keel. Voor de pauze speelde het orkest mooi - ook de solisten (bij Debussy) - maar niet geweldig. Na de pauze kwamen orkest en dirigent in vorm. Mehta nam een vlot tempo en dirigeerde precies en energiek: hij legde minder de nadruk op de dood van de treurmars maar leidde publiek en orkest naar het hoopvolle laatste deel. In deze symfonie klonken de spanningsbogen prachtig - zoals in het tweede en het laatste deel. Hier klonk een gloedvolle Mahler. De solo-trompettist kreeg terecht aparte lof voor zijn prestatie.



zondag 11 september 2011

Gergiev Festival: Robert Schumanns Derde Symfonie "Rheinische"

Bij de Vijfde Symfonie van Mahler op 15 september kan men zeggen dat het thema Ziedende Zee er bij de haren was gesleept. Ook de bergmuziek uit de Achtste van Bruckner op 16 september past niet helemaal in het thema Sea and the City van dit 16de Gergiev Festival. Maar op zondag 18 september, de slotavond van het Gergiev Festival is Glückliche Fahrt een zeer treffende titel voor het programma met de romantische Derde "Rheinische" Symfonie (1850) van Robert Schumann (1810-1856), aangevuld met de stukken Meeresstille und glückliche Fahrt van Felix Mendelssohn (1809-1847), Dark Waves van John Luther Adams (1953) en de Four Sea Interludes van Benjamin Britten (1913-1976).
De opening van het concert, Meeresstille und glückliche Fahrt (1832), is een concertouverture van Felix Mendelssohn, gebaseerd op gedichten van Goethe. Het afsluitende werk, de derde symfonie van Schumann is gecomponeerd in 1850 tijdens zijn verblijf in Düsseldorf. Tijdens een tocht op de Rijn zag hij onder meer de machtige (nog niet voltooide) Kölner Dom. Het heeft Schumann waarschijnlijk geïnspireerd tot het grootse derde deel van deze symfonie.
Tussen de Duitse stukken uit de eerste helft van de 19de eeuw klinken de Four Sea Interludes van Benjamin Britten. De interludes maken deel uit van de fameuze opera Peter Grimes (1945) die zich afspeelt in het Engeland rond 1830. De heftige muziek suggereert hier natuurlijk niet alleen de kolkende zee maar ook de emotionele labiliteit van Peter Grimes.
De Amerikaanse componist John Luther Adams (1953; niet te verwarren met zijn in Nederland bekendere naamgenoot John Coolidge Adams) woont in Alaska en zijn liefde voor dit gebied is de drijvende kracht achter zijn muziek. Adams schreef zijn compositie Dark Waves "voor orkest en electronische geluiden" in opdracht voor het Anchorage Symphony Orchestra, die het in 2007 in première bracht. De klanken van het orkest en de electronica suggereren een kolkende zee, die op een gegeven moment uitdraait op een zeebeving. Wederom een spectaculair programma en een passende afsluiting van dit Gergiev Festival. Wij wensen u daarom: Glückliche Fahrt!


zaterdag 10 september 2011

Gergiev Festival: Anton Bruckners Achtste Symfonie

Op vrijdag 16 september 2011 start chefdirigent Yannick Nézet-Séguin het nieuwe seizoen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest in het Gergiev Festival met de monumentale Achtste Symfonie in C klein (1884-1887) van Anton Bruckner (1824-1896). De Achtste is qua bezetting en duur een van de grootste werken uit het hele symfonische repertoire en de laatste door Bruckner voltooide symfonie. De partituur is van een schier oneindige rijkdom en het is niet overdreven te stellen dat deze compositie het artistieke hoogtepunt is uit het werk van Bruckner. Op de lessenaars staat de tegenwoordig gangbare editie van Robert Haas die voor het eerst werd uitgevoerd in 1939 onder leiding van Wilhelm Furtwängler. Interessant, want op 26 augustus jongstleden dirigeerde Jaap van Zweden tijdens de Robeco Zomerconcerten het Radio Filharmonisch Orkest in het Concertgebouw de tweede versie van Bruckners Achtste uit 1890. Het publiek kan dus goed vergelijken!
Brucknerliefhebbers herinneren nog het zinderende debuut van Zubin Mehta bij het Koninklijk Concertgebouworkest in 2005 met deze symfonie (op donderdag 15 september is Mehta tijdens dit festival aan het werk in Mahler Vijf). In 2007 dirigeerde Bernard Haitink de Achtste in een monumentale uitvoering met het Koninklijk Concertgebouworkest in het Concertgebouw in Amsterdam.

Tijdens het Gent Festival 2011 dirigeerde Nézet-Séguin hetzelfde programma op 1 september en na Rotterdam voeren dirigent en orkest de Achtste uit op toernee in Duitsland (in de steden Nürnberg, Hamburg, Dortmund en Keulen). Nézet-Séguin heeft deze symfonie regelmatig uitgevoerd met andere orkesten en kent de partituur dus erg goed. Het programma wordt slechts een keer uitgevoerd in Rotterdam dus het is een unieke kans voor Rotterdammers om dit magistrale concert in de zaal bij te wonen. En hoewel in augustus nog een andere uitvoering in Amsterdam te horen was, wordt het werk zelden gespeeld in Nederland. Een niet te missen gebeurtenis voor de Nederlandse muziekliefhebber, dus.

vrijdag 9 september 2011

Gergiev Festival: Gustav Mahlers Vijfde Symfonie

Onder het thema Ziende Zee dirigeert de wereldberoemde Indiase dirigent Zubin Mehta op donderdag 15 september 2011 het Israël Philharmonisch Orkest. Op de lessenaar staat de Vijfde Symphonie van Gustav Mahler. Een grote gebeurtenis, want volgens mij is het pas voor de derde keer na 2005 en 2009 dat Mehta in Nederland dirigeert. In 2005 maakte Mehta zijn debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest met de fenomenale Achtste van Bruckner - dat op vrijdag 16 september opnieuw klinkt tijdens dit 16de Gergiev Festival. In Rotterdam leidt Mehta nu zijn eigen orkest waaraan hij al sinds 1968 verbonden is.
Mahler componeerde de Vijfde Symfonie in 1901-1902 en dirigeerde zelf de wereldpremière van dit werk in Keulen op 18 oktober 1904. Nadat een andere dirigent en een ander orkest het werk in Nederland uitvoerden, dirigeerde Mahler zelf deze symfonie in maart 1906. Op uitnodiging van Willem Mengelberg dirigeerde Mahler destijds het Concertgebouworkest in Amsterdam. Mengelberg studeerde de zeer moeilijke partituur met het orkest in en Mahler vroeg daar bovenop drie repetities. Na Mahler voerde Mengelberg deze Vijfde regelmatig uit in Nederland, hetgeen zorgde voor een unieke Mahlertraditie in Nederland voor de oorlog.
Inmiddels is Mahlers Vijfde een van zijn meest geliefde werken, vooral vanwege het wereldberoemde vierde deel, het Adagietto. Visconti gebruikte dit deel in zijn film Death in Venice uit 1971. Oorspronkelijk was dit deel door Mahler bedoeld als liefdesverklaring aan zijn vrouw Alma.
Het all Mahlerprogramma van maart 1906 werd destijds voorafgegaan door de Kindertotenlieder, twee liederen uit Des Knaben Wunderhorn en het lied Ich bin der Welt abhanden gekommen. In dit concert klinken twee werken uit dezelfde tijd als de Mahler's Vijfde voor de pauze: van Anton Webern Passacaglia (1908) en van Claude 
Debussy het werk Iberia (1905-1908).
Kortom, de uitvoering van deze symfonie door deze dirigent met dit orkest is een unieke event die door geen enkele muziekliefhebber mag worden gemist.