Populaire berichten

dinsdag 13 december 2011

Steriele Orest van Manfred Trojahn in het Muziektheater

Nadat de Duitse componist Manfred Trojahn (1949-) bij De Nederlandse Opera nieuwe recitatieven componeerde voor Mozarts La Clemenza di Tito (uitgevoerd in december 2002), heeft DNO deze componist opdracht gegeven een nieuwe opera te componeren. In overleg met Trojahn en de intendant van de Staatsoper Hannover heeft dit geleid tot de opdracht tot Orest, gebaseerd op het toneelstuk Orestes van Euripides. Dit onderwerp uit de Griekse mythologie is nieuw voor Trojahn, die eerder opera's heeft gecomponeerd op libretti naar Pirandello (zoals zijn opera Enrico uit 1989-1991, naar Enrico IV en de in 2002-2003 gecomponeerde Limonen aus Sizilien, naar teksten van Pirandello en de Filippo).
In 2008 werd in Dresden Trojahns opera La Grande Magia opgevoerd, wederom naar Eduardo di Filippo. In deze kamermuzikale opera is duidelijk de invloed van Richard Strauss te horen, meer specifiek de eenakter Ariadne auf Naxos.
Met Orest schreef Trojahn een vervolg op de opera Elektra van Strauss - in de maand oktober nog te zien geweest in een uitzonderlijke productie door het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van chef-dirigent Marc Albrecht. Geweldig dus, dat deze dirigent en dit orkest opnieuw in de bak van het Muziektheater deze wereldpremière uitvoeren. In combinatie met de programmering van Idomeno van Mozart hiervoor en Glucks Iphigénie en Aulide en Iphigénie en Tauride in september biedt DNO dit seizoen een heel operafestival gebaseerd op verhalen uit de Trojaanse oorlog!

Voor de regie van deze voorstelling nodigde DNO de Britse toneelregisseuse Katie Mitchell (1964) uit die met haar vaste kostuumontwerpster Vicki Mortimer voor deze gelegenheid naar Amsterdam kwam. Mitchell maakt hiermee dus haar DNO-debuut. Eerder regisseerde Mitchell onder andere Mozart's Don Giovanni en van Leoš Janáček de opera's Káťa Kabanová en Jenufa. In het theater regisseerde Mitchell onder andere de Oresteia van Aeschylus en van Euripides De Phoenissische Vrouwen, Iphigenie in Aulis en Trojaanse Vrouwen.
Bijzondere vermelding verdient de veel geroemde regie die Mitchell op haar naam heeft van de opera Al gran sole carico d'amore door Luigi Nono voor de Salzburger Festspiele in 2009. Deze productie is gekocht door de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn en wordt onder leiding van Ingo Metzmacher - die ook de voorstellingen in Salzburg dirigeerde - vijf keer uitgevoerd in het Schillertheater in maart 2012 .

Mitchell en Trojahn hebben de Griekse mythe geplaatst naar het Duitsland van de jaren 1970 waarin de RAF flink huis hield - zoals beschreven in het boek Das Baader-Meinhof Komplex (boek uit 1985, verfilmd in 2008). Dat interessante gegeven wordt visueel prachtig weer gegeven, waaebij het toneelbeeld wordt verdeeld in verschillende vlakken. Onderaan is de huiskamer waar Orest zit. Links boven was de badkamer waar Clytaimnestra was vermoord en rechts boven liepen de hele tijd mannen in witte pakken de moord te onderzoeken.

Tijdens de hele voorstelling klonk door van alle kanten uit de zaal electro-akoestische, digitaal opgenomen stemmen die steeds "Orest, Orest!" fluisterden, die de schikgodinnen in het hoofd van Orest prachtig illustreerden. De partituut van Trojahn was sowieso schitterend en werd prachtig uitgevoerd. Er werd ook schitterend gezongen, vooral door Rosemary Joshua (Helena), die eerder in het Muziektheater grote indruk maakte in Het Sluwe Vosje, Un ballo in maschera en Guilio Cesare. Ook Sarah Castle (Elektra) en Dietrich Henschel (Orest) zongen geweldig. Opmerkelijk is het debuut van Frank Hameleers als koordirigent die met deze productie zijn DNO-debuut maakt.

Al met al valt er een hoop te genieten voor muziekliefhebbers met deze productie. Jammer dat de regie steeds steriel blijft en nergens onder de huid komt. Nergens schuurt de voorstelling, terwijl de emoties in de muziek zo hoog oplopen. Wat dat betreft is deze regie stukken minder dan de DNO-productie van Elektra. Dat was ook te merken aan het publiek, dat na afloop zeer aarzelend en ingerogen applaudiseerde. Nog een tegenvaller: bij de eerste voorstelling op 8 december waren er akelig veel lege plekken in de zaal. Het is mooi dat DNO ook voor nieuwe producties van nieuwe werken acht voorstellingen programmeert, maar dat komt de zaalbezetting niet ten goede. Jammer.
Anderzijds: de productie zal meer publiek krijgen in Duitsland, waar de opera een tweede leven
zal krijgen dankzij de Staatsoper Hannover.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten